De oprichting van de Zinkfabriek in 1892 doet het inwonertal toenemen. Heel Budel is dan nog één parochie. Geen mens vermoedt dat Schoot in 1908 een eigen kerk zal hebben en in 1917 een zelfstandige parochie zal worden. Geen mens vermoedt dat het rectoraat met fabriekskapel zal uitgroeien tot een zelfstandige parochie. Geen mens vermoedt dat Budel-Dorp eens een tweede parochie rijk zal zijn. (De Goede Herder 1965 - 2005)
1902-1904 In deze eerste fase bouwt men de grote toren, doopkapel en Maria-/Antomiuskapel, het middenschip en de zijbeuken tot waar de kruisbeuken (transepten) beginnen. De oude kerk blijft gewoon in gebruik. Kosten van de eerste bouwfase: 60.000 gulden. Op 5 april 1904 overlijdt pastoor Th. van Bergen.
Pastoor van Baars Op 16 april 1904 wordt F. van Baars pastoor in een parochie met een half afgebouwde nieuwe kerk liggend in het verlengde van de oude kerk. Men plaatst het altaar onder het portaal, dat van de oude toren is overgebleven, en men neemt op 21 juni 1904 de halve nieuwe kerk in gebruik. Maar hoe moet dat met de verdere bouw van de kruisbeuken, priesterkoor, verwarmingskelder, sacristie en catechismuskamer? Geldmiddelen zijn er niet. Men schat 120.000 gulden nodig te hebben.
1910-1912 Pastoor van Baars overweegt een goedkoper plan. Mgr van de Ven uit Den Bosch, keurt dit niet goed. Dan doet de pastoor een beroep op de vrijgevigheid van de Bulanders en Gastelnaren in een twintig-jarenplan. En Budel zet zijn beste financiële beentje voor. De architect is nog steeds C. Fransen. Maar de aannemer is een nieuwe: W. Smeets uit Schijndel. Eerst wordt de oude kerk geruimd. En in minder dan twee jaar wordt het karwei geklaard. In 1912 neemt men de hele nieuwe kerk in gebruik. In 1915 wordt de kerk plechtig geconsacreerd door Mgr. Diepen, dan nog coadjutor van Mgr. van de Ven.
Budel en Gastel zijn trots op hun kerk.
|